28 juli 2012

Bevlogenheid? Dit dus!


Er is zo ontzettend veel geschreven over bevlogenheid, en het is vaak ongelooflijk interessant. Het allermooiste zijn de verhalen van bevlogen mensen die zelf vaak niet eens door hebben hoezeer zijn de vertegenwoordiging van de theorie zijn.

Centrecourt Wimbledon: foto afkomstig van Wikipedia

Zo stond er in de krant een werkelijk fantastisch artikel over de materiaalman van Wimbledon. Hij is degene die al jaren over het gras gaat: hij zorgt er persoonlijk  - vooruit, met hulp van enkele assistent grasmannen - voor dat het gras er ieder jaar weer goed bij ligt. Een grasmat die na drie weken miljonairs over zich te hebben gehad, volledig vertrapt is. De juiste grassoort, de juiste begieting, altijd blijven maaien, nooit verzaken. Hij doet het werk al jaren, met 2012 als hoogtepunt. Want na de jaarlijkse miljonairsdans, komt er drie weken later een nieuwe invasie, met de olympische sporters. Na dit huzarenstaaltje mag hij met pensioen, eindelijk genieten van de wedstrijden, in plaats van de continue focus op de grasmat.

Deze man laat de drie aspecten van bevlogenheid* zien:
* in het Job Demand Resources Model worden deze aspecten expliciet genoemd. Dit model van Bakker en Demerouti is het meest gebruikte model voor bevlogenheid, en heeft inmiddels als basis gediend voor veel (vervolg)onderzoek. 
  • Vitaliteit (fysieke component)  het doorzettingsvermogen en vooral het uithoudingsvermogen van deze man zijn fenomenaal. Je hele werkende leven bezig zijn met gras, en het hele jaar door bezig zijn met gras. Als anderen in het najaar stoppen met maaien, ga jij door. Als anderen het stadion verlaten, ga jij door. je zou bijna zelf grasman willen worden na zo'n verhaal!
  • Absorptie (cognitieve component): alles weten van je vak, steeds beter willen worden, zoeken naar verbetering, niet aflatende ijver. In dit geval: de grassoorten, de juiste begieting, de juiste bemaaiing, het onderhoud gedurende het toernooi: deze man heeft in de loop der jaren een enorme kennis opgebouwd. 
  • Toewijding (emotionele component): de toewijding is evident, en misschien nog wel het meest jaloersmakend. Wat fantastisch dat iemand zo gericht met zijn vak bezig kan zijn. Zo iemand kijkt niet op de klok, die wordt om zes uur opgebeld dat zijn eten koud wordt. 

Af en toe lees je zo'n verhaal, of je komt iemand tegen die door en door bevlogen is. Toch gebeurt het niet zo vaak, en daarom blijven deze verhalen me vaak bij. Het zijn voorbeelden over hoe je in je werk kunt staan. Wat bijzonder is, is dat alleen het werk van belang lijkt voor deze mensen, alleen die ene taak. Wat voor baas je hebt, leuke of minder leuke collega's, een goed salaris: het lijkt allemaal ondergeschikt. Dat maakt het zo bijzonder. Al die aspecten van werkbeleving die voor anderen meer of minder bijdragen aan het werkplezier, vallen voor deze volledig bevlogen mensen volkomen in het niet bij hun werk. Ik denk dat ik toch eens op een andere manier naar de modellen van bevlogenheid ga kijken...

26 juli 2012

Handen af van onze hulpverleners!


Inmiddels algemeen bekend: 

hulpverleners zijn tegenwoordig regelmatig het slachtoffer van geweld. Hulpverleners zijn net als ieder ander mensen die hun werk doen, die bovendien hun werk ten dienste van de (onbekende!) ander doen.

*klik hier om naar de site te gaan om de petitie te tekenen.

De cijfers zijn hard: het percentage brandweermensen dat in 2011 met geweld te maken kreeg was 44%, en daarmee zijn zij nog de minst geraakte groep...


Wat doet dit met mensen? Tijdens je werk belaagd worden door omstanders, door mensen die 'rottigheid' uithalen. Terwijl het merendeel van de bevolking het er volstrekt over eens is dat mensen in deze beroepen fantastisch werk doen. Niet voor niets is de petitie inmiddels al door ruim 93.000 mensen getekend.

Hoe werkt dit in op je werkbeleving? Dat ligt voor een groot deel aan de wijze waarop je zelf met de agressie om kunt gaan; je copingstijl. Copingstijl heeft te maken met karaktertrekken, maar kan ook worden beinvloed door training. Er zijn verschillende soorten coping, bijvoorbeeld in te delen in probleemgerichte coping en emotiegerichte coping. Probleemgerichte coping richt zich op het wegnemen van de oorzaak van de stress; emotiegerichte coping richt zich op het veranderen van de eigen emotionele reactie op de stress. Voor hulpverleners is probleemgerichte coping niet eenvoudig: agressie en geweld zijn moeilijk door henzelf uit te bannen. De emotiegerichte coping lijkt daarom meer voor de hand te liggen: dan maar ervoor zorgen dat het je niet al te veel raakt, dat je ondanks de agressie toch (met plezier...) je beroep kunt blijven uitvoeren.

Inmiddels wordt ook op binnen geuniformeerde beroepen op steeds grotere schaal gewerkt met collegiale ondersteuning: een methode van verwerking van schokkende gebeurtenissen waarbij geen hulpverleners, maar speciaal getrainde collega's met de betrokken medewerker in  gesprek gaan. De resultaten zijn vaak goed.

Toch blijft het bijzonder dat mensen zoveel van hun vak houden, dat ze niet opgeven bij dit soort cijfers van agressie en geweld. Petje af voor de politieman, door het vuur voor de brandweer en morgen gezond weer op voor de ambulancemedewerker...

4 juli 2012

Ambitie om leiding te geven neemt af

Gehalveerde Ambitie Leidinggeven 2011-2012




Volgens onderzoek in opdracht van Intermediair neemt de ambitie om leiding te geven, af. Een reden staat in het onderzoek niet genoemd. Dus speculeren mag!







Ambities die mensen wel hebben:
  • gelukkig blijven (69%)
  • een leuke uitdagende baan hebben (61%)
  • intellectuele groei (39%)
  • een gezin hebben (24%)
  • meer vrije tijd (19%) 
  • maatschappelijke bijdrage leveren (19%)
  • leidinggeven (13%) 
De eerste twee ambities (of wensen) zijn algemeen: gelukkig blijven willen we natuurlijk allemaal (of gelukkig worden, als het nu even niet meezit) en een leuke en uitdagende baan hoort daar volgens Maslow ook bij. 
De derde ambitie kan betrekking hebben op de inhoud van het werk: intellectuele groei. Maar intellectuele groei kan net zo goed gevonden worden buiten de werkomgeving. Mijn indruk is dat werknemers massaal zoeken naar manieren buiten het werk om zichzelf te ontwikkelen. Vooral nu mensen vaak blijven zitten waar ze zitten qua werk. Uit het onderzoek blijkt niet voor niets dat de arbeidsmobiliteit op dit moment extreem laag is. Vooral vrouwen zien hun kansen op de arbeidsmarkt op dit moment somber in.

Als je toch nog even op je warme-en-niet-meer-zo-uitdagende stoel blijft zitten, kun je mooi andere dingen gaan doen om je te ontwikkelen.Volgens the Progress Principle (Amabile) is het voor je levensgeluk (daar hebben we de nummer 1!) van belang om iedere dag iets te kunnen bereiken, al is het maar klein. Zonder het wellicht te beseffen, stuurt dit principe mensen vanzelf naar de activiteiten waarmee iets te bereiken en te leren valt. Afijn, zo volgen we massaal opleidingen, zetten we ons in als vrijwilliger, lezen we weer eens een goed boek of zelfs vakliteratuur, bloggen we, volgen we anderen via sociale media en houden we ook zelf een twitteraccount bij. We doen nieuwe kennis op en delen deze kennis vervolgens weer: allemaal mogelijkheden om intellectueel te groeien! 

Al deze activiteiten richten de blik van werknemers naar buiten, weg van de organisatie. Daarin past een afnemende ambitie om leiding te willen geven. Leidinggeven was altijd de ultieme carrieremove, een van de betere manieren om het te maken in het leven. Nu mensen zich - min of meer gestuurd door de tijdgeest - meer richten op andere manieren om zich te ontwikkelen, verdwijnt de ambitie om leiding te geven wat meer naar de achtergrond. Beter worden op andere vlakken komt daarvoor in de plaats. Als over een paar jaar de crisis -zal toch wel?- voorbij is, kunnen organisaties hiervan volop de vruchten plukken: al die medewerkers die zich in hun eigen tijd ontwikkeld hebben, kunnen die kennis en ervaring dan inzetten voor die nieuwe functies die er zullen komen: dan krijgen we wellicht leidinggevenden met een bijzondere intellectuele bagage!