17 april 2012

Trendanalyse als Benchmark

Werkbelevingsonderzoek en Benchmarken lijken ononsmakelijk met elkaar verbonden: we doen een onderzoek, en we kijken gelijk even of we het beter doen dan een ander. Met uiteraard als nobel doel om ervan te leren: als we niet de beste zijn, gaan we kijken wat anderen doen om daar zelf beter van te worden. Als organisatie. Of toch niet...?
Waar wordt benchmarken echt voor gebruikt? Het antwoord is helaas vaak: checken hoe goed de eigen organisatie het doet. 'Scoort mijn organisatie beter dan een ander?' Dan vieren we een klein feestje. 'Scoort een ander veel beter dan mijn eigen organisatie?' "Logisch, want die verkeren niet in zulke zware omstandigheden als wij. Dat is niet te vergelijken". En zo praten we het iedere keer weer goed.

Benchmarken op deze manier heeft niet zoveel zin. Benchmarken heeft pas zin als het gedaan wordt op de juiste manier: dus om ervan te leren.
Maar streven naar iets wat toch niet gebeurt, is zinloos.

Wat veel beter werkt, is vergelijken met jezelf. Ofwel: trends onderzoeken.


Pak een vorige meting, en zet die af tegen de huidige meting. Je weet precies wat er veranderd is, je weet precies waar je beter of slechter dan vorige keer zou kunnen scoren. Alle afwijkingen van de verwachtingen, zijn reden tot extra analyse. Een verbetering ten opzichte van vorige keer? Reden voor een feestje! Een verslechtering? Dit is lang niet zo bedreigend als vaststellen dat een ander het beter doet. Zoeken naar de oorzaken - wat doen we nu zo anders - en zo mogelijk een verbeterplan opstellen. Deze gang van zaken wordt in praktijk vaak gebruikt. Eigenlijk is het benchmarken met jezelf.

Trendanalyse als het betere benchmarken dus eigenlijk. Maar laten we dan alsjeblieft ophouden met dat eeuwige 'kijken naar een ander'. Dat zei je moeder vroeger immers al: 'let niet op anderen, doe maar gewoon wat je zelf goed acht'. Moeders zijn slimme managers, maar daarover later meer...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten