Werkbelevingsonderzoek

Werkbelevingsonderzoek doen? Er zijn tal van onderzoeksbureaus die erbij kunnen helpen. Over het algemeen gebruiken zij standaardvragenlijsten waarmee goed kan worden gebenchmarkt (vergelijken van resultaten met anderen). Hoe doet mijn organisatie het ten opzichte van anderen? Als benchmarken een belangrijk doel is, zou ik daarom zeker aansluiten bij zo'n bestaand onderzoek. Voor grote organisaties, die vragen om een groot onderzoek, is het ook handig om aan te sluiten bij een benchmarkonderzoek.
Er zijn ook bureaus die zich meer richten op maatwerk, dit is handig als een meer kwalitatieve insteek wenselijk is. 

Zelf doen, kan natuurlijk ook. Een werkbelevingsonderzoek bestaat uit verschillende stappen. Hieronder staat een kort overzicht waaraan te denken.



De stappen voor een goed werkbelevingsonderzoek:

1. Maak een plan! Bedenk wat het doel is van het onderzoek. Wat wilt u weten, wat wilt u met de gevonden informatie doen? U kunt gebruik maken van een model. Op deze site vindt u er genoeg. Een model kan een richting bieden voor uw plan. Bedenk wat u wilt gaat doen, bedenk ook wat u zeker niet zult gaan doen.
Een voorbeeld: u kunt mensen vragen naar de tevredenheid met hun salaris, maar als u niet van plan bent om daar iets aan te gaan veranderen, heeft het weinig zin om ernaar te vragen. Niet doen dus. 
Ander voorbeeld: als u wilt weten of mensen de samenwerking met de zusteronderneming prettig vinden, en u denkt dat daar iets aan te verbeteren valt, vraag er dan zeker wel naar! 

2. Bespreek het plan met betrokkenen. Bespreek het met het management. Als zij er niet achterstaan, is het hele onderzoek gedoemd te mislukken. Maar bespreek het ook met een vertegenwoordiging van de medewerkers. Dat creëert draagvlak. In een later stadium is draagvlak onontbeerlijk. 

3. Werk het plan uit in een vragenlijst. Alle onderwerpen moeten worden uitgewerkt tot heldere, ondubbelzinnige vragen of stellingen. Zorg ervoor dat de vragen of stellingen logisch op elkaar volgen. Zorg er ook voor dat antwoordcategorieen steeds gelijksoortig zijn. 
bijvoorbeeld: 1=ja, 2=nee. 

4. Programmeer de vragenlijst. Dit kan op papier, maar dat betekent achteraf veel data inkloppen. Het kan ook in een elektronische versie. Er zijn op internet open source programma's te vinden om gratis vragenlijsten in te programmeren. Bijvoorbeeld surveymonkey. In dit programma kun je heel eenvoudig zelf een vragenlijst programmeren. Let wel op: er is een maximum gesteld aan het aantal vragen en het aantal respondenten dat je gratis kunt ondervragen. Een ander (zeer veelzijdig) programma is lime survey, eveneens een open source programma. 

5. Zorg voor voldoende respons. Stuur de vragenlijst niet klakkeloos op naar de medewerkers, maar zorg ervoor dat iedereen vooraf op de hoogte is van het onderzoek. Communiceer over het doel, en over de plannen na afloop. 

6. Analyseer de data. Hier komen de onderzoeksvaardigheden van pas. Zorg ervoor dat het databestand in orde is (geen lege cases, geen dubbele cases). In excel kunnen simpele analyses worden gedaan, zoals kruistabellen en frequenties. Ingewikkelder analyses kunnen beter in SPSS gedaan worden. Let op dat je voor een aantal analyses wel voldoende respondenten en spreiding nodig hebt. Hoe hoger de respons, hoe beter voor je analyses!

7. Rapporteer over de resultaten. Zorg ervoor dat de resultaten op heldere wijze gerapporteerd worden. Dat hoeft niet perse in word, maar kan ook in de vorm van een presentatie, een poster of een filmpje. Net wat het meest aanspreekt binnen de organisatie. Dit is een heel belangrijke stap. Immers, onderzoek is geen doel op zich. Het doel is verbetering!

8. Bespreek de resultaten met betrokkenen. Dus zowel met management als met medewerkers. Hier ligt de crux: wat betekenen de resultaten, en wat kunt u samen met de betrokkenen eruit halen als aanbevelingen? Probeer gezamenlijk een verbeterplan op te stellen. Laat dit plan zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande plannen en bestaand beleid. Dan is de kans van slagen het grootst. Maak ook niet teveel plannen. Over het algemeen is drie verbeteracties voldoende. Zorg ervoor dat er tenminste één quick-win bij zit. Neem hiervoor de tijd. Plan een paar uur in om samen de resultaten door te nemen, bespreek de uitkomsten, probeer ze gezamenlijk te duiden. Wat is er precies aan de hand? Na een goede analyse, kunt u verbeteracties opstellen. Het kan nuttig zijn om u hierin te laten adviseren.

9. Geef feedback! Zorg ervoor dat iedereen die heeft meegewerkt aan het onderzoek, terugkoppeling krijgt over de resultaten van het onderzoek en wat ermee gaat gebeuren. Liever geen integraal rapport van 100 pagina's, maar een beknopte samenvatting met eventueel een appreciatie van het management erbij. 

10. Plan do check act: houd een vinger aan de pols bij de uitwerking en uitvoering van de verbeteracties. Na verloop van tijd is het tijd voor een volgend onderzoek, om te kijken of de verbeteringen effect hebben gehad!


Inspiratie nodig? Bekijk deze vragenlijsten eens

Er zijn in de loop der jaren heel veel vragenlijsten ontwikkeld om werkbeleving in kaart te brengen. De bekendste is wellicht de VBBA, de door de COTAN verklaarde gouden standaard van werkbelevingsonderzoek. Daarnaast zijn er talloze instrumenten, sommigen meer algemeen, anderen specifiek voor een bedrijfstak/-branche. Ook zijn er hele korte vragenlijsten ontwikkeld, om snel de 'thermometer' in een organisatie te kunnen steken. 

Ieder onderzoek is uniek. Ook bij gebruik van dezelfde vragenlijst, zal de studie iedere keer een eigen aanpak vergen. Gebruik van gestandaardiseerde instrumenten is handig, maar kunnen vaak worden uitgebreid en toegespitst op de organisatie waarin het onderzoek plaatsvindt.

Gestandaardiseerde vragenlijsten bestaan vaak grotendeels uit gesloten vragen, en zijn bedoeld voor kwantitatief onderzoek. Open vragen zijn weliswaar zeer bewerkelijk is het verwerken, maar leveren vaak een grote toegevoegde waarde. 

En hoewel werkbeleving meestal in kaart gebracht wordt met een vragenlijst, zijn er ook andere methoden: bijvoorbeeld interviews en groepsdiscussies. 

Hieronder staat een overzicht van veel gebruikte vragenlijsten. Dit overzicht is (nog) niet volledig, en wordt voortdurend aangevuld en ge-update.
Niet alle vragenlijsten zijn zonder meer te vinden op internet, en bovendien geldt dat op sommige vragenlijsten copyright rust. Niet alle vragenlijsten kunnen dus zonder meer gebruikt worden in eigen onderzoek. 
  • VBBA (Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid)
  • VOS-D (voorloper VBBA)
  • Nationale Tevredenheidsindex (ontwikkeld door Effectory)
  • Internetspiegel (ontwikkeld door Ministerie van Binnenlandse Zaken/ICTU, veel gebruikt door overheidsorganisaties en uitgevoerd door TNS NIPO)  
  • GWL (Groninger Werkbelevingslijst)
  • PICTURE (ontwikkeld en gebruikt door het Ministerie van Defensie)
  • Gallup vragenlijst 
  • WEBA (welzijn bij Arbeid, checklist voor gebruik door experts) en
    NOVA WEBA (vragenlijst in te vullen door werknemers) gebaseerd op sociotechnische inzichten.
  • WEB-monitor (ontwikkeld en gebruikt door Schouten en Nelissen)
  • TOMO (om werkstress te meten)
  • EFQM (vragenlijst van de European Foundation Quality Management, vanuit kwaliteitsdenken ontwikkeld)
Vragenlijsten met specifieke onderwerpen:
  • LEMS-II (Leidse Mobbing Schaal, rust copyright op)
  • UBOS (Utrechtse BurnOut Schaal)
  • UBES (Utrechtse Bevlogenheids Schaal)
  • OCQ (Organizational Commitment Questionnaire)